Ons Loge-gebouw

Onze logegebouwen door de jaren heen:

De Roode Leeuw 1823 – 1826

Rond 1800 waren roerige tijden. Na de inval van de Russen en Engelsen hadden we de Fransen op ons dak. De Linie en de forten worden gebouwd en versterkt. Pas in 1914 vertrekken de Fransen en kan Helder weer beginnen aan de opbouw. Het reizen rond 1825 is niet eenvoudig; er is nog geen spoorlijn en verharde wegen zijn schaars. De reis naar Helder gaat jarenlang met de trekschuit tot ‘t Zand en verder met de postwagen via de Zanddijk, Donkere Duinen, het kerkhof, Heiligharn en de Alkmaarse weg naar de Artilleriestraat. Het eindpunt vlakbij het koffiehuis De Roode Leeuw. Hier kwamen de kandidaat vrijmetselaren tussen 2023 en 2026 bijeen om hun plannen te bespreken voor de oprichting van de loge in Helder die op 19 november 1825 plaats vond. Door de slechte weersomstandigheden vond de feitelijke installatie pas op 8 mei 1926 plaats in een gehuurde achterzaal van het etablissement Concordia. Deze zaal wordt gehuurd. 

Concordia 1826 – 1875

In maart 1836 komt het gebouw Concordia in zijn geheel in bezit is van de loge. Wel met een hypotheek van zestienhonderd gulden. De loge verhuurt het gebouw ook aan verschillende verenigingen, zoals de zang vereniging ‘Nut en Genoegen’, zang- en reciteervereniging ‘Harmonie’ en een kinderkoor.

Koningstraat 1875 – 1922

In 1874 wordt door broeders gevraagd om uit te kijken naar een ander gebouw. Staande de vergadering is voor een bedrag van f 7.300,- ingeschreven, bestaande uit aandelen van vijftig gulden tegen een rente van 5%. Er zijn zelfs broeders die twintig aandelen nemen. Voor die dagen is duizend gulden een fors bedrag. Een maand later blijkt dat er nog eens voor achttienhonderd gulden is ingeschreven. Het besluit om de contributie te verhogen kan niet uitblijven. De aandelenuitgifte in ogenschouw nemende, is deze verhoging tot één gulden per maand niet spectaculair te noemen. Er wordt bouwgrond aan de Koningstraat van de gemeente aangekocht. In die tijd is de straat vrijwel onbebouwd. De aanneemsom voor de bouw van de nieuwe loge bedraagt f 17.777,-. Concordia is verkocht voor f 3.623,20. Op 9 januari 1875 wordt het nieuwe gebouw feestelijk in gebruik genomen. 

Bijna vijftig jaar wordt er gewerkt in het gebouw aan de Koningstraat. Maar het gebouw toont tekenen van verval. Ingrijpen, dus duur herstel, is nodig. Daar staat tegenover dat de waarde van het gebouw aanzienlijk is gestegen: de Koningstraat is een drukke straat geworden.

Hoofdgracht 1922 – 1948

Op 22 augustus 1922 komt er uitkomst. Broeders die ook bestuurslid zijn van de Machinistenclub der Koninklijke Marine aan de Hoofdgracht (niet te verwarren met de Officiersclub, ook aan de Hoofdgracht) delen mee dat hun gebouw zal worden verkocht. Zij mogen in het vervolg gebruik maken van de Officiersclub. De machinisten wachten met het afstoten van het gebouw tot de loge besluit al dan niet tot aankoop over te gaan. De leden Minkema, Grünwald, Govers en Hagedoorn zijn gemachtigd het pand te kopen voor maximaal vijftienduizend gulden. Het logegebouw aan de Koningstraat is op 11 januari 1923 voor f 26.500,- verkocht aan de familie Polak. Zij zal daar de dansschool ‘Musis Sacrum’ vestigen. De transactie lijkt zeer lucratief.

Machinistenclub Hoofdgracht

Niets is minder waar. Het aangekochte pand moet helemaal worden aangepast en ingericht en er zijn nog in te lossen obligaties. Op 12 oktober 1922 is de eerste bijeenkomst. Broeder Kras verhuist als servant mee van de Koningstraat naar de Hoofdgracht. Daarin krijgt hij ook zijn woning. De officiële opening is op 21 juli 1924. Er zijn dan 41 broeders en vele bezoekers van andere loges en oud-leden. Uiteraard gaat de opening met veel toespraken gepaard. Oreren kunnen de broeders wel; ‘de sluizen der welsprekendheid’ zijn moeilijk te sluiten. In die tijd, zonder muziekdragers, wordt dikwijls gezongen onder piano begeleiding van Broeder en muziek leraar De Hoogh. 

Na bijna 100 jaar heeft de loge haar derde gebouw in gebruik genomen. De werkzaamheden gaan onverstoorbaar door en de loge heeft nu gemiddeld vijfenzestig leden. Ook het aantal bijeenkomsten met hun betere helften is toegenomen. Daaruit komt de Vereniging Van Vrouwen Van Vrijmetselaren voort, de vijf V’s. 

De tijd gaat snel. In het jaar 1925 is het honderdjarige bestaan van de loge gevierd. Broeder Rûeck houdt een lezing over, hoe kan het anders, de handel en wandel van de loge door de geschiedenis heen. Hij is archivaris. 

De broeders komen, zoals gebruikelijk, op donderdagavond 9 mei 1940 in de loge bijeen. Niemand heeft dan het minste vermoeden dat dit de laatste bijeenkomst zal zijn. Op 10 mei 1940 breekt de oorlog uit. Eén van de eerste Duitse verordeningen is het verbieden van bijeenkomsten. Mr. Hermans uit Amsterdam wordt benoemd als liquidateur benoemd en geeft de commissaris van politie opdracht het logegebouw te verzegelen. De Duitsers bepalen dat de leden hun attributen, zoals schootsvel, witte handschoenen en onderscheidingstekens, moeten inleveren. De Helderse makelaar Groot krijgt opdracht om een taxatierapport op te maken van alle in beslag genomen goederen, de waarde bedraagt f 610,40. Op 6 september schrijft Grootmeester Van Tongeren aan de loges dat de Orde is ontbonden. De Duitsers geven opdracht om alles wat betrekking heeft op de vrijmetselarij te vernietigen, zoals boeken en documenten. Vrijdenkers passen niet in een totalitair systeem. Het logegebouw aan de Hoofdgracht is in de oorlogsjaren met de grond gelijk gemaakt. Niet ten gevolge van een bombardement of iets dergelijks, nee, het is gewoon in opdracht van de bezetter gesloopt.

Het mag een godswonder heten dat de boeken en bescheiden van de Helderse loge niet verloren zijn gegaan. Alles is via Den Haag afgevoerd naar Duitsland. Na de oorlog zijn de eigendommen met behulp van het hoofdbestuur terugbezorgd. Vooral de notulenboeken, vanaf de oprichting van de loge, zijn een kostbaar bezit. 

Het spreekt voor zich dat de werkzaamheden in de periode 1940 – 1945 gedwongen zijn opgeschort. Direct na de bevrijding komen de leden, voor zover zij nog in de stad wonen, weer bijeen. Langzaam maar zeker keren vrijmetselaars terug naar Den Helder. De bijeenkomsten vinden dan plaats in een grote werkkamer in het huis van broeder Van Hasselt aan de PWA-singel.

Molengracht 1948 – heden

Broeder Ritmeester heeft zijn plaats als burgemeester van Den Helder weer ingenomen. Door zijn bemiddeling kunnen de broeders een woonhuis kopen en inrichten als logegebouw. De voormalige huisartsenwoning, van dokter Van der Most, wordt aangekocht voor vierduizend gulden en de verbouwing vergt veertienduizend gulden. Het hoofdbestuur, de Nutsspaarbank en het instituut Oorlogsschade maken de financiering mogelijk. 

Broeder Van Hasselt is zeer actief bij het maken van tekeningen voor de verbouwing. Samen met architect broeder Peters wordt de tempel, de werkplaats, ontworpen en gebouwd. Als voorbeeld is gekozen voor het interieur van de loge Concordia Res Parvae Crescunt te Sneek, welke in 1938 ontworpen is door architect broeder H.A.J. Baanders. Op 8 mei 1948 wordt het nieuwe gebouw in gebruik genomen. Op 8 mei, omdat het eerste gebouw van de loge WFK ook op 8 mei is ingewijd, maar dan in 1826. 

Eind vorige eeuw was het pand toe aan een grote opknapbeurt en modernisering. De gevelkachels werden vervangen door een CV installatie. Een stalen brandtrap aan de buitenzijde zorgde ervoor dat het gebouw ook weer aan de brandveiligheidsvoorschriften voldeed. Verder is er dubbelplas geplaats in de achtergevel en werd de voorhof van het gebouw gemoderniseerd met een systeemplafond en een moderne inrichting. De totale kosten voor de renovatie worden geraamd op ƒ 125.000. De tijd van zeer bemiddelde broeders in de loge is helaas geschiedenis. Maar gelukkig is er het Maconniek BouwFonds die in 1988 een hypothecaire lening verstrekt van ƒ 60.000 en wordt van De Veer Stichting ƒ 20.000 als een gift ontvangen voor het noodzakelijk onderhoud. 

In 2023 werken we al weer 75 jaar in dit pand. De datum van 8 mei 2023 is geruisloos voorbij gegaan door …… hoe kan het ook anders, door de meest recente renovatie. De modernisering van de jaren ’90 van de vorige eeuw zijn weer ongedaan gemaakt en de ruimtes van het pand worden weer in hun oude luister hersteld. Ook wordt het pand verder aangepast aan de eisen van deze tijd zoals de isolatie van het dak, vloeren, muren en ramen en wordt de ventilatie en de elektrische installatie aangepast aan de huidige eisen.  Het pand, dat dateert van rond 1890, is niet alleen een juweeltje voor de loge, maar ook voor de gemeente Den Helder, die het pand heeft opgenomen in het register van beeldbepalende panden. De symmetrische opbouw met licht getoogde 6-ruits vensters met sluitstenen en het hekwerk geven het pand allure. 

De werkplaats

Wat onveranderd lijkt, is de werkplaats. Onzichtbaar zijn isolatie en ventilatie aangebracht, is de brandveiligheid en elektrische installatie verbeterd. Maar de beleving in de werkplaats is al 75 jaar hetzelfde zoals deze door broeders Peters en van Hasselt was voorzien. Dit maconnieke erfgoed wordt met oog voor detail, zorgvuldig gekoesterd en in stand gehouden. Deze werkplaats kent een rijke geschiedenis qua architectuur en symboliek. 

Om het ontwerp van de werkplaatsen te begrijpen moeten we terug naar de periode 1850-1950. Het is de tijd dat technologie en wetenschap enorm in ontwikkeling zijn en groeien. Voor de eeuwwisseling begint de industrialisatie zich te ontwikkelen. Dat wel zeggen dat kleinschaligheid plaats begint te maken voor massaproductie en vervlakking. Dit brengt ook onzekerheid met zich mee en er ontstaat verzuiling, niet alleen in de kerk, maar ook sociaal en politiek. 

Tegelijkertijd ontstaan er ook tegenkrachten van vrije denkers, architecten, kunstenaars en anders denkenden. Deze mensen keken naar Oost Europa, Rusland en Azië voor de ware wijsheid, de Oosterse religie en filosofie. 

Ook de vrijmetselarij veranderde in die periode. Waren de broeders aanvankelijk afkomstig uit de hogere kringen; door de toename van de welvaart sloten ook mannen uit de burgerij zich aan bij de loges. De lichtvoetige joyeuze herensociëteit veranderde in sobere vergeestelijkte gezelschappen met serieuze bouwstukken. Ook de werkplaats in het café, de herberg, bij de broeders thuis of waar dan ook maar het tableau kon worden uitgetekend, maakte plaats voor een eigen logegebouw. 

Er zijn drie stromingen in die tegenkracht te onderkennen die van invloed zijn geweest op de architectuur van de logegebouwen. De stromingen zijn de opkomst van de theosofie, het symbolisme en de ‘gesamtkunstwerken’.

Het was deze context waarbinnen Herman Baanders (1876-1953)  is opgegroeid, als architect en vrijmetselaar. En zo kwam het, dat het ordebestuur zich in de periode 1930-1950 met raad en daad terzijde liet staan bij het verbouwen en (her)inrichten van logegebouwen en werkplaatsen. 

Het ontwerp is opgebouwd volgens de symmetrie en verhoudingen van de cirkel en het pentagram. Zo ontstaan er in vele steden werkplaatsen die volgens een en dezelfde symboliek zijn ontworpen, de basis structuur is overal gelijk, maar waarbinnen de architect een zekere vrijheid had in de vormgeving.

Onze werkplaats is gebaseerd op de lichtsymboliek zodat dit leidend is geweest voor het ontwerp. Door de invloed van de ‘gesamtkunst’ zijn het interieur, de verlichting, de vormgeving van de koepel, de kleuren, de materiaalkeuze van wanden, plafond en vloer onderdeel van het totale ontwerp. Zodanig dat dit allemaal een symbolische betekenis heeft. De functie van de werkplaats is, dat deze de broeders ontvankelijk maakt voor het ritueel en de diepere betekenis die er achter schuil gaat. 

De functie van de werkplaats is geen materiële werkplaats maar een ideële werkplaats waar in open loge rituele arbeid wordt verricht. Het op een overdrachtelijke werkwijze arbeiden aan ieders ruwe steen met als doel deze in te passen in de gezamenlijk op te richten tempel van levende bouwstenen, onze samenleving waar wij allen deel van uitmaken. Deze gezamenlijke tempel is niet van materiele aard, maar van ideële aard en ieder bouwt zijn eigen tempel.